Op 6 april waren Marijke Holtrop, directeur van ons stedelijk museum, en ikzelf prominente gasten van de gemeente Vlissingen. Uitgenodigd door het gemeentebestuur voor het meevieren van 450 jaar vrijheid van die Zeeuwse stad. Op 6 april 1572 schopten de Vlissingers de Spaanse soldaten de stad uit en kozen ze de kant van opstandelingenleider Willem van Oranje. Een bekend feit en alle lof voor de Vlissingers die de eer toekomt als eerste zélf de Spanjaarden te hebben verdreven. Een eer die overigens ook Enkhuizen claimt maar dat terzijde.
Normaal kun je bij dit soort vieringen ontspannen naar de voordrachten luisteren. Maar dit keer liep het anders. Want door de laatste spreker van de middag werden we getrakteerd op een enorme tirade tegen Brielle. Niet Brielle komt volgens hem de eer toe de eerste bevrijde stad te zijn, maar de Vlissingers. Die hadden geen hulp van buitenaf nodig gehad zoals Brielle van dat schuim als de Watergeuzen. Willem van Oranje had persoonlijk de Vlissingers hiervoor nog bedankt en geprezen. Diverse argumenten voerde hij aan, deels apert onjuist. Zo hadden de Watergeuzen meteen Brielle geplunderd na de inname, was Brielle van generlei strategische betekenis voor Alva en Oranje en was de inname een fluitje van een cent geweest. Met andere woorden, Brielle was totaal niet interessant. Dit in tegenstelling uiteraard tot de betekenis van Vlissingen.
Het voelde onaangenaam en ook ongepast, want de reden voor deze Brielle-kastijding was niet duidelijk. Ik moest mijn uiterste best om niets terug te roepen. Geschiedschrijving is een discussie zonder eind, zoals een historicus ooit schreef. Maar een historisch debat bevorder je niet met een zeer eenzijdig en bevooroordeeld verhaal. Mijn vermoeden is dat de man vooral zijn eigen spreekwoordelijke ’15 minutes of fame’ zocht.
In zijn laatste publicatie toont onderzoeker van ons museum, Roel Slachmuylders, overtuigend aan dat Brielle al vanaf 1570 in de strategische plannen van Oranje een belangrijke plek had. Het feit dat de Spanjaarden meteen na 1 april hebben geprobeerd om Brielle terug te veroveren en dat met een smadelijke aftocht moesten bekopen, zegt ook genoeg. Dat Oranje de aanvoerder van de Watergeuzen beloonde met belangrijke militaire en bestuurlijke posities en enkele jaren later zijn derde huwelijk aan Brielle gunde, is betekenisvol. Enfin, wij hoeven ons in Brielle niet te verdedigen. Op de kalender zal 1 april immers altijd eerder vallen dan 6 april. Wie werkelijk de eer van de eersteling der vrijheid toekomt, zal niemand buiten Vlissingen betwisten.